
Jurisprudentie
BI1037
Datum uitspraak2009-04-08
Datum gepubliceerd2009-04-15
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200901441/2/H1
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2009-04-15
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200901441/2/H1
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 10 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel (hierna: het college) aan [vergunninghouder] vrijstelling en bouwvergunning eerste fase verleend voor het realiseren van een woning met garage op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Uitspraak
200901441/2/H1.
Datum uitspraak: 8 april 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 23 januari 2009 in zaak nr. 08/564 in het geding tussen:
[wederpartijen]
en
het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel.
1. Procesverloop
Bij besluit van 10 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel (hierna: het college) aan [vergunninghouder] vrijstelling en bouwvergunning eerste fase verleend voor het realiseren van een woning met garage op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Bij besluit van 5 februari 2008 heeft het college het door [wederpartijen] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 januari 2009, verzonden op 26 januari 2009, heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het door [wederpartijen] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 februari 2008 vernietigd en bepaald dat het college een nieuw besluit op bezwaar neemt.
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 februari 2009, hoger beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft het college de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 april 2009, waar het college, vertegenwoordigd door G. Mulder, ambtenaar in dienst van de gemeente, en [wederpartijen], vertegenwoordigd door [gemachtigden], zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Ter zitting heeft het college aangegeven zich te kunnen vinden in een voorlopige voorziening die ertoe strekt dat het college in afwachting van de uitspraak van het door hem ingestelde hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de aangevallen uitspraak.
2.3. Ter zitting is gebleken dat de bouw van de woning in een vergevorderd stadium verkeert en dat de woning zo goed als gereed is. Gelet hierop ligt het nemen van een nieuw besluit op bezwaar, waartoe een procedure tot het verlenen van vrijstelling op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zou moeten worden gestart, voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist, niet in de rede. [wederpartijen] hebben, in aanmerking genomen de fase waarin de bouw zich bevindt, niet aannemelijk gemaakt dat hun belangen zich tegen inwilliging van het verzoek in dier voege verzetten. Onder die omstandigheden geeft afweging van de betrokken belangen aanleiding om de na te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel geen nieuw besluit op het bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Montagne
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2009
374.